Bij aankomst in Buda - of het nu gaat om een eenmalig bezoek of wekelijkse routine - valt meteen de aanwezigheid van verschillende vervoersassen in het gebied op. Treinsporen en waterwegen, viaducten en tunnels, paden en straten, fietssnelwegen en luchtverkeer, elk gekenmerkt door hun eigen snelheid. Het netwerk van voortdurende beweging speelt zich af tegen de achtergrond van een landschap dat een relatieve rust heeft behouden, gevormd door de overblijfselen van de industriële ontwikkeling. Leegstaande gebouwen en woekerend onkruid bezetten het gebied, een blinde vlek voor velen, als het enige publiek voor de dissonante polyfonie.
In de natuurkunde wordt snelheid gedefinieerd als de mate waarin een object afstand aflegt in een bepaalde tijdspanne. Deze drie parameters - snelheid, afstand en tijd - als elementen die de ervaring in een gegeven ruimte bepalen, zijn de artistieke uitgangspunten voor de presentatie en creatie van nieuwe, in opdracht gemaakte kunstwerken in de openbare ruimte van Buda. De formule weerspiegelt ook de methodologische benadering van de kunstenaars. Wat gebeurt er als de snelheidsparameter wordt gewijzigd en hoe beïnvloedt deze aanpassing de verhouding tussen afstand en tijd? Hoe beïnvloedt de variatie in tijd het resultaat, wanneer geïsoleerd en herschikt binnen de vergelijking? Border Buda biedt ruimte en tijd als essentiële factoren voor de ontwikkeling van artistieke projecten in de openbare ruimte, waarbij de afstand die overwonnen moet worden om het gebied rond Buda te bereiken een integraal aspect van elk project wordt. De artistieke processen benutten het potentieel van snelheid door de stedelijke haast te vertragen en nieuwe ontmoetingen te stimuleren.
De groepstentoonstelling die de eerste fase van het driejarige project Border Buda afrondt, bestaat uit tijdelijke en permanente installaties van dertien lokale en internationale artistieke praktijken. Deze kunstwerken zijn ontwikkeld op een site-sensitieve manier, geïnformeerd door en reflecterend op de historische, sociaal-culturele en ecologische kenmerken van het gebied. De zeven tijdelijke kunstwerken, die gelijktijdig op 26 april worden ingehuldigd, maar verschillende temporaliteiten van aanwezigheid en permanentie hebben, zijn gemaakt door Amel Omar, Elias Cafmeyer, Ignace Wouters, Marine Kaiser, Pieter Chanterie, Nel Maertens en Zinaïda Tchelidze. Deze groep kunstenaars werd samengesteld via een open call en focust op een langdurig en onderzoeksgericht residentietraject. In deze periode bezochten ze gedurende zeven maanden om de twee weken Buda om samen het gebied te verkennen en experten ter plaatse te ontmoeten. De zes permanente kunstwerken, gemaakt door Evita Vasiļjeva, Haseeb Ahmed, Ilke Gers, Jean Katambayi Mukendi, Katja Mater, Nico Neefs & Colas Fiszman ontvouwen zich op verschillende tijdlijnen. Terwijl de inauguratie van Landmarks van Ilke Gers in oktober 2023 de publieke start van het project markeerde, worden de werken van Evita Vasiļjeva, Haseeb Ahmed, Katja Mater, Nico Neefs & Colas Fiszman samen met hun tijdelijke tegenhangers in april 2024 ingehuldigd, gevolgd door de kunstopdracht van Jean Katambayi Mukendi, die volgend jaar gerealiseerd zal worden ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de Budabrug.
Een belangrijk traject binnen Border Buda richt haar blik op de geschiedenis. Het Be(h)lang van Buda, het socio-cultureel erfgoedluik van het project, verzamelt kennis over de historiek van het Budagebied, in nauwe samenwerking met de erfgoedliefhebbers van de heemkundekringen uit Vilvoorde, Machelen, Neder-Over-Heembeek en Haren. Naast het fungeren als voedingsbodem voor artistiek en curatorieel onderzoek in het creatieproces van de tentoonstelling in de publieke ruimte, zullen de verhalen die via Het Be(h)lang van Buda verzameld worden, gedeeld worden via gesprekken, audiofragmenten en rondleidingen op 27 en 28 april.
Border Buda is een initiatief dat drie steden en gemeenten verenigt - Vilvoorde, Machelen en Brussel - waarvan de grenzen dwars door Buda lopen. Bovendien wordt het gebied doorkruist door de administratieve en taalkundige scheiding tussen Vlaanderen en Brussel. Hoewel ze integraal deel uitmaken van de identiteit van Buda, lossen de grenzen ter plaatse op. Er blijven slechts subtiele hints over die verwijzen naar de geografische aanduiding van een bepaalde locatie, zoals de kleur van wegmarkeringen of de visuele stijl van straatnaamborden. De periferie, in al zijn complexiteit, lijkt vaak verder en meer rigide dan ze in werkelijkheid is. Border Buda wil deze relatieve afstand overbruggen en de aandacht van de omwonenden en de bredere (inter)nationale gemeenschap vestigen op Buda door middel van een reeks artistieke initiatieven.
Het project hanteert de notie van verandering, in plaats van permanentie, als kader voor het conceptualiseren van de realiteit, waardoor het gebied van Buda wordt gezien als voortdurend onderhevig aan verandering. In deze transitie zien we de levensvormen die ontstaan als blauwdruk voor het leven in een stedelijke omgeving, maar ook als gids voor de toekomst.
Waterbronnen zijn historisch de essentiële ondersteuning van alle vormen van leven en dragen traditioneel een sacrale betekenis uit. Een wens doen door offers (zoals munten of andere dierbare voorwerpen) in een put te werpen, is een gedeeld gebruik van verschillende Europese culturen, met wortels die teruggaan tot in de middeleeuwen. Het gespiegelde oppervlak en de oneindige diepte evoceren een verbinding tussen de aarde en de lucht, terwijl het gebaar van een wens doen bij een put zowel persoonlijke als collectieve dromen en aspiraties voor de toekomst belichaamt. In dit licht kan een put als object tijd en ruimte overstijgen en kan de bron symbolisch verbinden met het verleden, heden en de toekomst van een bepaalde plek.
Gelegen op het terrein van Machelen, tussen twee spoorlijnen, bootst het kunstwerk van Amel Omar een historische constructie van een stenen waterput na. Hoewel het gebied van Buda rijk is aan natuurlijke waterbronnen en -lopen, zijn sinds de tweede helft van de 19e eeuw veel toegangspunten tot water verdwenen door de implementatie van moderne watersystemen en toenemende verstedelijking. Met het werk Wishing u well vestigt de kunstenaar de aandacht op de waterput als een vergeten, echter significant, onderdeel van onze leefomgeving. Bovendien heeft de kunstenaar op de locatie verkeersspiegels geplaatst. Gewoonlijk worden deze spiegels strategisch in het straatbeeld ingezet om blinde vlekken of dode hoeken zichtbaar te maken voor bestuurders, waardoor ze veiliger kunnen navigeren bij kruispunten of smalle doorgangen. Deze verkeersspiegels fungeren als openbaring van de wegomgeving en onthullen zo verborgen elementen, vergelijkbaar met de manier waarop de put de aandacht vestigt op andere vergeten waterputten in stedelijke landschappen. Zowel de verkeersspiegels als de waterput stimuleren reflectie, wat resulteert in een verandering van perspectief, een grotere aandacht voor de omgeving en een aanmoediging tot contemplatie over onze relatie met het milieu en het verstrijken van de tijd.
Het kunstwerk staat op de kruising van twee doodlopende straten, recht tegenover een bord dat een wens uitdraagt voor een goede dag, gemonteerd op de muur van de voormalige Renault-fabriek aan de overkant van de spoorweg. De locatie wordt voornamelijk gebruikt door werknemers, vrachtwagenchauffeurs of rijstudenten. Soms wordt het per vergissing aangezien voor een stortplaats. Over het algemeen wordt deze plek gezien als functioneel in plaats van esthetisch. Door een kunstwerk op deze locatie te plaatsen, wil Amel Omar bezoekers aanmoedigen om het met een frisse blik te bekijken - niet alleen als een doorgang, maar als een rustige omgeving waar de geluiden van vogels zich vermengen met voorbijrijdende treinen en het zachte geruis van de wind door de bewegende struiken. Zo wordt de ruimte getransformeerd tot een grens tussen het alledaagse en het magische.
Amel Omar’s (1995, NL) praktijk bestaat uit het uitoefenen van performatieve interacties met alledaagse (architecturale) objecten, de camera en de gebruiker. Dit resulteert onder andere in videowerk, in-situ installaties, performances en sculpturen. Het is de toevallige architectuur, de architectuur van restanten en overlappingen die de tussenruimte wordt, die haar intrigeert en waar ze met haar werk naar op zoek gaat. Het is de architectuur die geen bezoek verwacht en die zich onaangekondigd voor kan doen. Er wordt geen bruikbare omgangsvorm aangereikt en vanuit deze vreemde confrontatie wordt de gebruiker zelf aangespoord om deze in te vullen. Ze wendt zich tot het performen van de camera of het performen van het (architecturale) object om conventionele structuren van het menselijke gebruik te doorbreken. De camera biedt niet alleen een vorm van vertaling, maar het bezit ook de kracht om een object volledig te claimen. Hierdoor ontstaat een spel van toe-eigening, improvisatie en anticipatie waarin ruimten en objecten - en hun bijbehorende gebruik - voortdurend op de proef worden gesteld. Haar werk wordt sterk gedreven door de esthetische en ervaringsgerichte benadering. De tussenstaat van een ruimte of een object en de daarbij horende leegte ziet ze als terrein dat openstaat voor verkenning. Dwalen vormt het basisprincipe om deze te herontdekken en de camera functioneert vervolgens als instrument om afstand te creëren. Het is een manier om ruimte los te wrikken van zijn fysieke, gedetermineerde context en te plaatsen in een nieuw perspectief.
Het project van Elias Cafmeyer verwijst naar de industriële geschiedenis van Buda, een plek waar veel belangrijke fabrieken waren gevestigd. Door het gebied voor te stellen als een archeologische site en een attractie voor toekomstige toeristen, vertegenwoordigt de installatie “Au Coeur Vaillant Rien d’Impossible” fictieve ruïnes van een fabriek die zich op deze locatie had kunnen bevinden. Terwijl Buda een transformatieproces ondergaat, alludeert het werk van Cafmeyer op de geschiedenis die is ingebed in de grond waar toekomstige residentiële en recreatieve infrastructuur zal worden opgericht.
De architecturale vormgeving van de sculptuur is sterk beïnvloed door het voormalige gebouw van de Wanson-fabriek waar industriële stoomketels werden vervaardigd om andere fabrieken in de omgeving te voorzien van warmte. Het gebouw werd gesloopt om plaats te maken voor de constructie van de nieuwe gevangenis van Haren. De afbraak van het gebouw veroorzaakte controverse in Buda en omliggende gebieden vanwege het architecturale belang en diens rol bij de bevordering en implementatie van moderne werkplekconcepten. De filosofie van de organisatie strekte zich uit tot het aanbieden van verschillende voorzieningen aan de werknemers, zoals gratis tandheelkundige zorg, toegang tot een bibliotheek en zelfs een meditatieruimte, allemaal op het fabrieksterrein. Het Wanson-gebouw was een icoon van modernistische architectuur, dat zijn inspiratie vond in het ontwerp van het Belgische paviljoen op de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs. Het was voorzien van sculpturale elementen die bedoeld waren om de werknemers te inspireren. De titel van Cafmeyer’s werk, vertaald als “Voor een moedig hart is niets onmogelijk” verwijst naar een slogan die ooit in een van de muren van de Wanson-fabriek was gegraveerd. In het werk van Cafmeyer fungeert de ruïne van de fabriek niet alleen als een denkbeeldige toeristische trekpleister voor architectuurgeschiedenis, maar dient tevens als symbool van de teloorgang van Wansons trots en de achteruitgang van interpersoonlijke relaties binnen de culturele dynamiek tussen werkgevers en werknemers.
Kunstenaar Elias Cafmeyer (BE, 1990) vertrekt voor zijn beeldend werk vanuit zijn fascinatie voor stadsontwikkeling. Hij creëert sculpturen en locatiespecifieke installaties in en over de publieke ruimte. Hij gebruikt hierbij het stedelijke landschap als metafoor voor het sociale weefsel binnenin een urbane context. Cafmeyer haalt residu’s uit de urbane ruimte en elementen die mobiliteit orkestreren uit hun originele context en combineert deze op een surrealistische wijze. Op deze manier zet hij de toeschouwer op een verkeerd been en bevraagt hij de bestaande infrastructuur en het gebruik ervan, wat vaak resulteert in tragikomische taferelen. Daarnaast werkt hij samen met andere kunstenaars, curatoren en tentoonstellingsruimtes voor de ontwikkeling en de scenografie voor tentoonstellingen of theatervoorstellingen. Elias Cafmeyer stelde tentoon in onder andere S.M.A.K. (Gent) en Kunsthal Extra City (Antwerpen). Daarnaast werkte hij samen met Stad Gent en Stad Antwerpen voor installaties in de urbane ruimte. Hij werd uitgenodigd als onafhankelijk kunstenaar voor solotentoonstellingen bij Keteleer Galery en mariondecannière (Antwerpen). Cafmeyer kreeg de kans om tentoon te stellen in Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië.
De installatie, getiteld A Short history of unresolved spaces caused by attempting a greater speed, bestaat uit drie grote sculpturen en verschillende kleine blokvormige modules, speels gerangschikt rond het Witloofplein. De installatie treedt in dialoog met de nabijgelegen industriële locaties en het treinnetwerk dat triomfeert over de horizon met zijn grandioze pilaren. Het modernisme beloofde meer licht, lucht en ruimte, met architectuur gebaseerd op nieuwe en innovatieve bouwtechnologieën zoals gewapend beton, staal en glas. Door gebruik te maken van efficiëntere bouwmethoden en modulaire systemen, richtten structuren zich tot de hemel, met als doel meer betaalbare huisvesting en efficiëntere snelheid en connectiviteit te bieden.
Naarmate gebouwen steeds hoger de wolken in stegen en groene gebieden rond de modulaire betonarchitectuur de verbinding maakten naar snelwegen voor een efficiënte verplaatsing, zagen architecten over het hoofd dat het systeem ook lege ruimte genereerde. Onder de hoge brugconstructies ontstonden desolate ruimtes terwijl snelwegen transformeerden tot lawaaierige doorgangen waardoor mensen noodgedwongen moesten verhuizen, resulterend in een verlaten toekomstproject waarvan het doel niet langer duidelijk was. Deze ruimte werd een organische industriële zone van wanorde (*In Buda, vertegenwoordigt de plek een industriële zone. In Frankrijk worden ze vaak gezien als disfunctionele sociale woningen. In Letland zijn het onaantrekkelijke slaapwijken, die herinneren aan de geschiedenis van het socialisme).
Het Witloofplein, misschien treffender omschreven als een nobele rotonde dan een conventioneel plein, herbergt een van de weinige bushaltes die bezoekers van de gevangenis van Haren verwelkomen of wegleiden. Hoewel de bushalte geen wachtruimte, afdak of zitplaats heeft, bieden de sculpturen dit wel als een plek voor contemplatie, rust en reflectie. Bovendien dienen ze als een fysiek raakvlak tussen de vrijheid van beweging en de afzondering van gevangenschap, waarbij dit contrast wordt opgeroepen door het gebruik van gekleurd licht en de beplanting op het plein.
Evita Vasiljeva (Riga, 1985) werkt voornamelijk met sculptuur, installatie en geluid. De kunstenaar groeide op in Letland in de periode van de post-Sovjet-transitie en maakt vaak gebruik van visuele en sonische beelden van betonnen architectuur en ruige landschappen in de voorsteden. Door een grote verscheidenheid aan materialen te manipuleren en opnieuw te gebruiken, bedenkt Evita Vasiljeva haar eigen esthetiek en provoceert ze een relationele dynamiek tussen ruimtes, architectuur, herinnering en de lichamen van toeschouwers. Hoewel haar werken de kwesties van angst en controle aanpakken, door middel van manieren van co-existentie binnen het huidige moment, blijven ze altijd open voor meerdere interpretaties. In 2022 werd Evita Vasiljeva genomineerd voor de 8e Purvītis-prijs voor uitmuntende prestaties op het gebied van de beeldende kunst van Letland en tentoongesteld in het Letse Nationale Kunstmuseum in een duotentoonstelling met kunstenaar Kaspars Groševs. Onlangs nam de kunstenaar deel aan de Biënnale van Lyon (2022, samengesteld door Till Fellrath en Sam Bardaouil); Una Boccata d’Arte 2023, Italië (Fondazione Elpis, samengesteld door Bruno Barsanti); Intermezzo, Moen, Denemarken (Kunsthal 44Moen, samengesteld door Rene Block); Baltic Triënnale 14: The Endless Frontier, Contemporary Art Center Vilnius (2021), (samengesteld door Valentinas Klimašauskas en João Laia); Muzeum Sztuki, Lodz (2020, samengesteld door Inga Lāce); Kim? Centrum voor Hedendaagse Kunst, Riga (2019); Tallinn City Gallery, Tallinn (2018, samengesteld door Kim?); Foundation Ricard, Parijs (2018, samengesteld door Barbara Sirieix, Maija Rudovska en Joachim Hamou). Haar werken zijn opgenomen in de collectie van het Letse Nationale Kunstmuseum en in privécollecties.
“Geen mens stapt tweemaal in dezelfde rivier, want hij is niet dezelfde, noch de rivier.” Hoe kunnen we de ene ervaring van de andere onderscheiden in deze voortdurende stroom van tijd en water? De sculptuur en lichtinstallatie van Haseeb Ahmed biedt hoop dat prachtige momenten uit het verleden opnieuw kunnen plaatsvinden en gedeeld kunnen worden met anderen.
Op de avond van 6 april plaatste Haseeb Ahmed een stroboscopisch apparaat onder het Broekplein. Dit apparaat is ontworpen om “de stroom te flitsen” en heldere beelden te creëren van de Zenne- en Woluwerivier kort nadat ze tevoorschijn komen uit de ondergrondse tunnels, die door mensen werden gemaakt. Hij observeerde zeer onregelmatige wervelingen onder de brug, die langzaam verstrengelden en hun collectieve intensiteit verhoogden. Uiteindelijk bracht de draaikolk iets naar de oppervlakte - een lichamelijke vorm die de natuurwetten tartte. Het beeld leek te zijn samengesteld uit het troebele water, maar ook uit iets of iemand anders.
Dit kunstwerk dient ter herdenking van het incident. Het stroboscopische apparaat blijft onder het Broekplein en bootst de omstandigheden na van Ahmeds ontmoeting op 6 april. De toeschouwer kan naar de rivier kijken of dezelfde figuur weer uit het water tevoorschijn zal komen. Het beste perspectief is vanaf een uitkijkpunt bij de samenvloeiing van de Woluwe en Zenne-rivier, gelegen onder het nieuwe plein. Ahmed heeft 3D-artiesten gevraagd om de scène te recreëren op basis van zijn beschrijving. Deze gereproduceerde scènes worden in de sculptuur gegraveerd en dienen als referentie voor zij die uitkijken naar de monsterlijke draaikolk.
De sculptuur op de uitkijk knippert met dezelfde frequentie als de lampen onder de brug waardoor de twee plaatsen synchroniseren. Onze ervaring is gebaseerd op wat we kunnen waarnemen en voornamelijk kunnen zien. De stroboscoop flitst elke halve seconde, waardoor onze ervaring van tijd langzamer verloopt. Op die manier ontstaat er meer tijd om de buitengewone monsterlijke draaikolk te beleven en te zien die Ahmed op 6 april heeft waargenomen.
Haseeb Ahmed (1985) is een Amerikaanse kunstenaar die woont en werkt in Brussel, België. Hij maakt objecten, installaties en films. Zijn werk is vaak collaboratief en put uit de harde wetenschappen, waarbij hij kunst en luchtvaart, mythe en technologie combineert om nieuwe verhalen te creëren. De afgelopen tien jaar heeft Ahmed zijn op onderzoek gebaseerde artistieke praktijk gestructureerd rond de vloeiende dynamiek van wind en water. Zijn focus ligt op wat we kunnen leren over ons veranderende klimaat door de bewegingen van de wind en het water, door wat ze met zich meedragen, zowel fysiek als in termen van culturele associaties door de geschiedenis heen. Zijn werk was het onderwerp van een solotentoonstelling in het Museum van Hedendaagse Kunst (Antwerpen, BE) en is internationaal tentoongesteld op de Biënnale van Göteborg (Göteborg, SE), Museum Bärengasse, (Zürich, CH), The Museum of Contemporary Art (Chicago, VS), De Appel (Amsterdam, NL), en onder meer de Frestas Triënnale (Frestas, BR).
1 - Installation View, The Conspiracy of Influencing Machines, 2023 (foto: Lola Pertsowsky)
2 - Installation View, Pump Pots, 2023 (foto: Lola Pertsowsky)
Droomland Buda bestaat uit verschillende artistieke voorstellen die zich manifesteren gedurende de periode van Border Buda. Het centrale motief van het project is een dubbelzinnige beeltenis van een arbeider (of een ridder, mogelijk een heks) door de Italiaanse kunstenaar Mario Mariotti, die verscheen in 1964 in het marxistische tijdschrift Classe Operaia. Deze mysterieuze figuur, zowel strijdlustig als spookachtig, fungeert als eerbetoon aan de sociale strijd van de voormalige en huidige arbeiders van Buda. Het beeld bevindt zich boven het gebied, aan de gevel van de voormalige Renault-fabriek, en is waar te nemen in alle interventies van de kunstenaar. De plaatsing en het uiterlijk van de arbeidersfiguur, die lijkt op de borden die aanwezig zijn op de muren van fabrieken en bedrijven in Buda, symboliseren de algemene aanpak van Droomland Buda. Ignace Wouters ondermijnt op een speelse manier bestaande visuele structuren door de esthetische strategieën na te bootsen die al binnen de industriële zone aanwezig zijn. Met zijn interventies richt hij zich kritisch tot concepten zoals herinnering, vergetelheid en geschiedenis door te manoeuvreren binnen het gezichtsveld van mogelijke tegenstanders. Hiermee nodigt hij bezoekers uit om na te denken over de invloed van kapitalistische krachten die zowel de omgeving hebben gevormd als verwoest, en om af te wegen wat er verloren is gegaan en welke vooruitgang er is gemaakt.
De tweede interventie vindt plaats in The Corner, een café dat wordt bezocht door mensen die werken of langskomen in Buda, op zoek naar eten, drinken of rust van arbeid. Tijdens Border Buda worden maaltijden bij The Corner geserveerd op onderleggers ontworpen door Ignace Wouters, waarop verwijzingen staan naar het industriële verleden en de toekomst van Buda. De derde interventie omvat een heruitgave van een selectie artikelen van de lokale historicus Ludo Jappens. Deze teksten zijn aanvankelijk verschenen in het regionale geschiedenistijdschrift Machala en werpen licht op de historische betekenis van Buda door middel van een serie grondig onderzochte micro-geschiedenissen. Voor deze gelegenheid heeft Wouters de inhoud van Jappens’ geschriften herwerkt tot een gelimiteerde editie van goodiebags. Deze zullen worden geïntroduceerd tijdens het openingsweekend en worden uitgedeeld aan het einde van Border Buda via een loterij die toegankelijk is voor alle bezoekers. Tot slot zullen er sporadisch een reeks posters verschijnen die de routineuze reclame verstoren op de billboards naast de Schaarbeeklei, vlakbij de bushalte Diegemstraat.
Ignace Wouters werd geboren in Genk in 1992 en woont en werkt in Brussel. Voor hij de beslissing nam kunstenaar te worden, studeerde hij kunstgeschiedenis. Toen we hem vroegen voor een inleidende tekst voor onze website stuurde hij ons het volgende: “Ik houd ervan om aan de hand van uiteenlopende esthetische ingrepen situaties en conventies te ondervragen. In mijn werk spelen thema’s zoals visuele identiteit (hoe wordt de wereld als product vormgegeven?), (kunst)geschiedenis (hoe draagt onze verhouding tot het verleden bij tot ons beeld van het heden?), humor (welke grap laat toe de werkelijkheid beter te zien?) en kritiek (welke aannames zijn het waard bekampt te worden?) een belangrijke rol.”
Landmarks is het eerste kunstwerk in de publieke ruimte voor Border Buda. Het bestaat uit negen grondtekeningen op verschillende locaties in Buda, die de grenzen van Machelen, Vilvoorde en Brussel overschrijden. Het werk Landmarks komt voort uit grensstenen die landen en koninkrijken verdeelden en die in de loop der tijd algemener werden gebruikt als opvallende markeringen in het landschap om de weg te vinden.
Op enkele specifieke punten in Buda zijn er negen grondmarkeringen te vinden die als herkenningspunten dienen voor oriëntatie en beweging. Elke markering of beweging staat in relatie tot en reageert op zijn locatie en samen passen ze in een reeks als een zinsconstructie. De locaties van de markeringen vormen een toegankelijke wandelroute die kan worden gevolgd als startpunt en navigatie om vandaar de diverse locaties binnen de drie gemeenten te exploreren en samen te brengen.
Bijna een halfjaar na de inauguratie van Landmarks in oktober 2023, illustreren de grondmarkeringen nu levendig de activiteiten die zich in het gebied ontvouwen. Sommige tekeningen zijn gradueel vervaagd door de frequente passage van doorkruisende voertuigen waardoor de grenslijnen meer en meer troebel lijken te worden.
Ilke Gers (1981) is een beeldend kunstenaar uit Aotearoa Nieuw-Zeeland, gevestigd in Rotterdam. Ze maakt installaties en werkt met tekst, tekeningen, drukwerk en publicaties om de relatie tussen lichaam, beweging en taal te onderzoeken. Haar werk stelt gestandaardiseerde vormen van communicatie en circulatie in vraag, door middel van open processen die afhankelijk zijn van ruimtelijke omstandigheden, fysieke interactie en tijd.
Ze toonde haar werk in de Hayward Gallery in Southbank Centre (Londen), NDSM Werf (Amsterdam), LLS Paleis (Antwerpen), de Biënnale Van België (Gent), Kunsthal Rotterdam, 019 (Gent), De Appel (Amsterdam), De Fabriek (Eindhoven), D21 - Kunstraum (Leipzig) en Beursschouwburg (Brussel). Ze behaalde een Master aan de Werkplaats Typografie en was artist in residence aan de Jan van Eyck Academie (2014-2015).
Afrolampe, 2022, Ink on paper, 100 x 70 cm. Courtesy Wouters gallery and the artist.
Lester, 2011, Cardboard, electrical wires, led lamps, 30 x 50 x 30 cm. Photo by Luk Vander Plaetse.
Te zien tijdens de Border Buda Expo:
Jean Katambayi Mukendi’s werk Dialyse zal worden ingehuldigd ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de Budabrug in 2025, gelegen naast deze historische bezienswaardigheid. Het werk verwijst naar het dialyseproces, een behandeling voor nierfalen waarbij afvalstoffen uit het bloed worden uitgescheiden. Deze therapeutische procedure heeft een bijzondere betekenis in stedelijke omgevingen zoals de geboortestad van Jean Katambayi Mukendi, Lubumbashi, waar de bevolking dagelijks in toenemende mate wordt blootgesteld aan metallurgische of chemische toxiciteit. Industriële vervuiling leidt tot fysieke vervuiling, wat de nauw verbonden driehoeksverhouding tussen energie, economie en ecologie op macro- en microniveau blootlegt.
Vlakbij de Budabrug werd het kanaal van Willebroek ooit geflankeerd door tal van zwaar vervuilende industrieën, waaronder de Cokeries de Marly en Eternit. Dit gebied was tot voor enkele decennia gehuld in donkere, schadelijke rookpluimen. Deze industriële activiteiten leidden tot aanzienlijke bodemverontreiniging, waarbij verschillende schadelijke stoffen in het grondwater en de waterwegen sijpelden. Sindsdien zijn er inspanningen geleverd om de bodem op grote stukken land te saneren en sinds 2007 is het waterzuiveringsstation van Aquiris belast met de zuivering van het Brusselse afvalwater om de Zenne weer gezond te maken. Het kanaal en de Zenne, samen met de aangrenzende wegen die worden gedomineerd door vrachtverkeer, dienen als de slagaders van de hoofdstedelijke regio. In Dialyse legt Jean Katambayi Mukendi inhoudelijke verbanden tussen het industriële verleden van Buda en de gewelddadige mijnindustrie in Lubumbashi, waar de ontginning van grondstoffen, zoals kobalt, nefaste sociale en ecologische gevolgen heeft.
Dit werk zal mede mogelijk gemaakt worden met de hulp van Julien De Bock.
Van 26 april tot 26 mei kunnen bezoekers van Border Buda de serie tekeningen Afrolampes (2022) van Jean Katambayi Mukendi bekijken, die als banners zullen worden gereproduceerd in de buurt van de locatie waar het toekomstige kunstwerk Dialyse zal worden ingehuldigd. De tekeningen leggen een intrigerend verband met de andere kunstwerken in Border Buda, waarvan vele de (im)materialiteit van licht onderzoeken als indicator van snelheid, afstand en tijd. De plaatsing van Afrolampes voor Buda Bxl, op de historische locatie van de Eternit-fabriek, dient als opmaat voor de thema’s die in Dialyse worden verkend.
Jean Katambayi Mukendi werd in 1974 geboren in de Democratische Republiek Congo. Hij woont en werkt in Lubumbashi, DRC. Opgeleid als elektricien, is zijn hele artistieke praktijk doordrenkt van zijn fascinatie voor wiskunde, techniek, meetkunde en technologie. Diep getekend door zijn opvoeding in het arbeiderskamp van zijn mijnstad en door de mechanisatie ervan, creëert Katambayi fragiele en complexe installaties en tekeningen, geïnspireerd door geavanceerde elektrische circuits en technologische studies. Zijn werken maken deel uit van een zoektocht naar oplossingen voor sociale problemen in de huidige Congolese samenleving, evenals voor de uitputting van de enorme energiebronnen in het land. Vaak gemaakt van gerecycled en vergankelijk materiaal, zoals karton en gerecycled elektronisch materiaal, proberen de poëtische stukken van de kunstenaar de onevenwichtigheid van de hemisferen in de wereld te herstellen. (bron: www.waldburgerwouters.com)
Tijd vliegt. Tijd bindt. Tijd heelt.
Bij Tijds. Op Tijd. Over Tijd.
Tijd doden. Tijd is geld. Tijd zal het leren.
Eén perspectief op tijd definieert het als maatstaf voor verandering. In dit opzicht dienen klokken om constante wijzigingen weer te geven op basis van seconden, dagen, seizoenen en jaren. Het gebruik van de zon als tijdsaanduiding dateert terug naar de prehistorie. Zonnewijzers bestaan meestal uit een vlak of schijf met een “stijl”, een object dat een schaduw op deze plaat werpt. De tijd kan worden afgelezen door de schaduw te volgen die zich verplaatst over markeringen van de wijzerplaat terwijl de zon haar baan aflegt.
Katja Maters werk bestaat uit vijf losse uren verspreid over Buda, die (een deel van) het gebied transformeren tot een immense zonnewijzer. Elke van deze uurlijnen maakt gebruik van een al bestaand cijfer op de locatie om de (zomer) tijd aan te geven. Om 9:00 uur ‘s ochtends valt de schaduw van het kilometerbord dat de afstand tot Brussel (9 kilometer) aangeeft op de muur bij de kruising van Schaarbeeklei en Diegemstraat. Op datzelfde moment werpt de zon ook een schaduw op het rode huisnummer 9 van de Emmanuellaan. Om 13:00 uur kunnen we een schaduw zien op de grote 1 op de gevel van Diegemstraat 1, waarna om 14:00 uur het nummer 2 bij de ingang van de First Kart-Inn wordt verduisterd. En om 16:00 op de graffiti tag van een romeinse vier (IIII) naast het kanaal aan de Vaartdijk. De titel of motto van Maters zonnewijzer, HIC. EST. TUUM. HORA. (HIER. IS. UW. UUR.) fungeert zowel als een herinnering als ook een handreiking aan de dagelijkse voorbijganger.
Dit werk werd mede mogelijk gemaakt met de hulp van Hendrik Hollander.
Katja Mater (NL, 1979) is beeldend kunstenaar, redacteur, organisator en docent met een praktijk die zich richt op de on-transparantie van optische media. Door hybriden te creëren tussen fotografie, film, tekening, performance en installatie documenteert Mater iets dat vaak buiten ons gezichtsvermogen ligt. Geïnteresseerd in het onthullen van een andere of alternatieve (ervaring van) de werkelijkheid door het vastleggen van de gebieden waar optische media zich nauwelijks gedragen als het menselijk oog. Door te bemiddelen tussen tijd, ruimte, onze perceptie en ons begrip hiervan, legt Mater gebeurtenissen vast die tegelijkertijd wel en niet kunnen plaatsvinden – halverwege tussen informatie en interpretatie.
In het melodische eerbetoon Fleur de Buda (1971) van Della Bosiers wordt het opvallend schaarse gewas in het gebied bezongen. Op de weinige plaatsen waar de vegetatie nog floreert, zijn verschillende invasieve soorten te vinden. Uitheemse flora vinden hun oorsprong in ecosystemen die ver verwijderd zijn van het ecosysteem waarin ze nu staan. Of het komt door botanische overmoed of internationale handel, de verplaatsing van planten en bloemen leidt soms tot ongecontroleerd gedrag. Hoewel deze soorten zich mogelijks perfect gedragen in hun oorspronkelijke ecosystemen, verstoren ze bij transplantatie naar afgelegen gebieden vaak het ecologische evenwicht of vestigen ze zich op locaties waar het ecosysteem reeds verstoord is. Een voorbeeld is de Japanse duizendknoop, die in 1829 door Philipp Franz von Siebold naar Buda werd gebracht vanuit Japan. Aangezien Japan destijds nog strikt gesloten was voor de rest van de wereld, is het waarschijnlijk dat de Japanse duizendknoop zijn reis begon vanuit het kunstmatige Japanse eiland Dejima, dat fungeerde als handelspost voor de Nederlanders. De opmerkelijke plant werd bekroond in 1847 door de Maatschappij voor Landbouw en Tuinbouw in Utrecht, maar vandaag wordt deze wortelstokplant gezien als een verfoeilijke indringer die moet worden verwijderd. De Japanse duizendknoop arriveerde gelijktijdig met het begin van de industrialisatie in het Buda-gebied en dus parallel met de factor die verantwoordelijk was (en is) voor de bodemvervuiling. Deze vervuiling creëert de omstandigheden waarin duizendknoop als een van de weinige soorten in het gebied kan gedijen.
In Fleurs de Buda creëert Marine Kaiser een dialoog tussen de lokale duizendknoop en de pioen, twee plantensoorten die nogal verschillend worden aanzien. Pioenen behoren nu tot de meest geliefde bloeiende plantensoorten in België en genieten een vergelijkbare waardering zoals de duizendknoop ooit kreeg. Hoewel de plant afkomstig is uit China, verwijst de naam van de pioen in Europese talen naar Paieon, de Griekse god van genezing.
In het werk van Marine Kaiser worden afgesneden pioenen geplaatst in een lekbak, een apparaat dat doorgaans wordt gebruikt om te voorkomen dat gevaarlijke of vervuilende stoffen verder verspreiden. Fleurs de Buda belichaamt de geschiedenis alsook de verhalen van de plantensoorten en biedt een aanknopingspunt voor het bevragen van de schijnbare transities die plaatsvinden in Buda.
De gedocumenteerde verhalen van de Zwitsers-Franse kunstenaar Marine Kaiser (1992) onderzoeken de netwerken, tactieken en regelingen die ontstaan door de toepassing van controle. Grenzen die worden verlegd, invasieve soorten, sculpturen in veranderende staat, een gesloten oog dat de blik doorlaat, wachtwoorden ; de interventies van Marine Kaiser vormen tegenstellingen en complexiteiten door op de drempels van tijdelijke gemeenschappen te staan. Afgestudeerd aan HEAD Genève en Erg Brussel, werd haar werk onlangs tentoongesteld in Espace Contact (Neuchâtel), reclame (nomadisch), Pavillon de l’Arsenal (Parijs), AGB (Berlijn), Manifesta 12 (Palermo), Le 18 (Marrakesh), Les Brasseurs (Luik), Palais de l’Athénée (Genève), KANAL - Centre Pompidou (Brussel). In 2021/2022 was ze artist-in-residence aan de Jan van Eyck Academie (Maastricht).
Voordat de ontwikkeling van wegen en industriële infrastructuur plaatsvond, strekten de overstromingsvlaktes zich ver uit aan beide zijden van de Zenne. Deze vruchtbare gronden kenden een wilde flora en fauna, terwijl de welvarende landbouw zich hoger op het plateau voltrok. Om de weelderige biodiversiteit onder de aandacht te brengen, creëert Nel Maertens een installatie genaamd Zaaien en Oogsten. De installatie toont een levendige weide, met bloemen en groen, vervaardigd met helder gekleurd pigment verdund in tarwebloem - een materiaal rechtstreeks afkomstig uit het weiland.
Voor de derde herneming van Zaaien en Oogsten haalt Nel Maertens inspiratie uit de omgeving van firma, gelegen in het hart van het Buda-district tussen het kanaal, de Zenne en het viaduct. De wilde bloemen en planten die bloeien in dit industriële deel van Vilvoorde - langs treinsporen, drukke wegen en het kanaal - dienen als basis voor een levendig, omvangrijk bloementapijt. De ruime, onbewerkte kunstruimte van firma en cantine, gehuisvest in een oud fabrieksgebouw, vormt een gebalanceerd tegenwicht voor de natuurlijke, helder gekleurde installatie.
Nel Maertens (1996, woont en werkt in Antwerpen) verkent in haar werk kleur, materiaal, schriftuur, en energie. Nel studeerde in 2019 af als master in mode aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Naast projecten in de podiumkunsten (kostuumontwerp, performance), legt Maertens zich toe op een autonome beeldende kunstpraktijk. Ze is een omnivalent kunstenaar die graag cross-sectorale samenwerkingen aangaat en is lid van het kunstenaarscollectief FAAR. Nel nam deel aan groeps- en solotentoonstellingen in binnen- en buitenland. In 2021 cureerde Charlotte Crevits een eerste solotentoonstelling van haar werk in CC Strombeek. Daarna volgden verschillende residenties en samenwerkingen met o.a. KMSKA, Europalia Georgia, Het Rubenshuis, Platform K en choreografe Femke Gyselinck, We Are The Next Generation, Art On Paper, Wouters & Hendrix, Coppejans Gallery, Barokke Influencers, Dieric Bouts Festival, Flanders DC Antwerp,…
De drie “klassieke” genres binnen de kunstgeschiedenis; het portret, het landschap en het stilleven, keren steeds terug. Thema’s zoals feminisme en universele emotie wil ze herbekijken en actualiseren. Ook natuurbescherming en klimaatverandering zijn belangrijke drijfveren voor haar werk. Nel Maertens inspireert zich voor de derde editie van Zaaien en Oogsten op de omgeving van de Buda-wijk waar ook firma ligt, tussen het kanaal en het viaduct in Vilvoorde. De planten en bloemen die in dit industrieel stukje Vilvoorde tot bloei komen - langs treinsporen, steenwegen en het water - vormen de basis voor een opvallend kleurrijk, XL bloementapijt. De ruime, ruwe art space van firma en cantine - een oud fabriekspand - vormt een gebalanceerd tegenwicht voor de natuurlijke, fleurige installatie.
Gelegen op de exacte grens van twee steden en twee regio’s, staat de locatie van Buda Bxl bekend als een levendig centrum waar visuele, sonische en choreografische kunsten samenkomen. Voorheen een industriële fabriek, is het omgetoverd tot een bloeiende gemeenschapsruimte, waar concerten, raves, optredens, residenties en tentoonstellingen worden gehouden. Buda Bxl is nu een hoeksteen van het nachtleven van België. In deze setting presenteren visuele kunstenaars Colas Fiszman (BE, 1979) en Nico Neefs (BE, 1987), resident van Buda Bxl, Collective Synesthesia, een collaboratieve, monumentale lichtinstallatie. Bestaande uit meer dan 16.000 lichtpunten, transformeert het stuk de gevel van Buda Bxl in een uitgestrekt doek van licht en kleur. Geïnspireerd door het idee van het creëren van een organische en gedeelde ervaring, wordt de installatie een dynamisch platform voor experimentatie, waarbij collectieve verkenning van licht en digitale technologieën wordt bevorderd. Door de grens tussen lokaliteiten te vervagen, bevordert het verbindingen en samenwerking. In 2024 zullen de kunstenaars een reeks workshops lanceren, waarbij internationale artiesten en experts worden uitgenodigd om uitwisselingen tussen kunstenaars van diverse achtergronden te vergemakkelijken en deelnemers kennis te laten maken met toonaangevende digitale kunsttechnologieën.
1 – Open Your Chest to the Sky – I Miss You, my Diva (based on Crivelli’s Annunciation), 28,5 cm x 28 cm, Various painttypes on wood, 2023
2 – The Barrel Organ (right panel), 63 cm x 2 m 40, Facade paint and acrylic paint on outside wall, 2023
Langs de route van het Buda-station naar het voormalige fabrieksgebouw van de U.P.L. - een iconische behangfabrikant die ooit tal van beroemde kunstenaars in dienst had als deeltijdse ontwerpers - volgen drie muurschilderingen een narratief pad. Pieter Chanterie put inspiratie uit het historische verhaal en de archieven van de U.P.L., verweven met fictie, om het verhaal te vertellen van een moedige vrouwelijke ontwerpster die dagelijks dezelfde route naar de fabriek aflegde op weg naar haar werk.
De titel van Chanteries muurschilderingen verwijst naar de gestileerde commerciële ruimtes die in het verleden werden gebruikt om de verscheidenheid aan behang van de U.P.L. tentoon te stellen. Deze showrooms dienden niet alleen als prototypes, maar ook als inspiratiebronnen voor ontwerpen, mogelijk vergelijkbaar met mensgrote poppenhuizen die de huiselijke fantasieën van klanten illustreerden, evenals de ideeën van schoonheid en decor. Chanterie onderzoekt vrouwelijke en queer motieven die geassocieerd worden met de geschiedenis van de fabriek, terwijl hij ook de technische aspecten van behangfabricatie uitlicht.
Door originele U.P.L.-ontwerpen in zijn muurschilderingen op te nemen, wekt de kunstenaar de technieken tot leven die in de beginjaren van de fabricage werden gebruikt. In die tijd werden patronen met de hand gedrukt op stof met behulp van gegraveerde blokken en rollen, waarbij de ingewikkelde details zorgvuldig werden ingevuld door de bekwame handen van de arbeiders. De behangpatronen in The Showroom zijn met de hand vervaardigd, waarbij het gebruik van meer geautomatiseerde technieken die het behangfabricatieproces versnelden, wordt vermeden. Chanterie put uit de kunsthistorische traditie terwijl hij in zijn artistieke praktijk juist vakkundig overschakelt van miniatuur naar muurschildering. Hij past de trompe l’oeil-techniek toe om de vermenging van realiteit en fictie in zijn visuele vertelling verder te accentueren. Historische anekdotes zijn subtiel verweven in de details van de muurschilderingen, zoals verfspatten op de broeken van de personages of de kenmerkende kleuren die de arbeiders die dag gebruikten in de fabriek voordat ze naar huis gingen.
Pieter Chanterie is een beeldend kunstenaar, geboren in 1996, te Leuven. Hij woont en werkt in Brussel. Zijn werk varieert van kleine schilderijen op hout tot muurschilderingen, tekeningen, (wand)sculpturen en boeken. In zijn werk ligt er een grote focus op het object op zich en diens materialiteit. Tegelijk wordt het 2D- of 3D object een raam dat leidt naar elders. Zijn beeldtaal is een medley van hedendaagse en historische afbeeldingen, van infographics tot Middeleeuwse miniaturen. Deze zoetzure cocktail decoreert de podia voor spirituele, persoonlijke en fictieve novelles
In Buda, met zijn industriële karakter, is het vrij ongebruikelijk om op een voorziene zithoek te stuiten- misschien door het gebrek aan aantrekkelijke uitzichten of gewoon door de aard van de buurt die zich niet leent voor rust en ontspanning, die bankjes vaak wel bieden. Buda wordt doorkruist door de grens tussen Brussel en Vlaanderen en vormt niet alleen een administratieve scheidingslijn, maar belichaamt ook de sociale en taalkundige complexiteit die inherent is aan samenwerking over dergelijke grenzen heen.
De installatie Tête-à-tête van Zinaïda Tchelidze komt voort uit een dergelijke liminale zone. Samengesteld uit de structuren van het Brusselse stadsdepot in Buda - overblijfselen van de Brusselse stadsplanning en infrastructuur - verwijst dit geherconfigureerde object naar de emotionele en historische connotaties die blijven bestaan in overgangsruimtes. Het bevat zowel het potentieel voor een intieme ontmoeting als het ongemak ervan.
Zinaïda Tchelidze speelt met de blik van een buitenstaander, die vaak geneigd is om elementen die geassocieerd worden met verval te esthetiseren of te romantiseren. Tchelidze’s werk raakt subtiel aan de processen van revitalisering en hun daadwerkelijke impact op de lokale sociale structuren. Tête-à-tête is een anti-vorm van haar eigen origine, of misschien wel een anti-monument voor verlangens, ambities en politieke projecties die inspelen op (aan)grenzende zones.
Zinaïda Tchelidze (Georgië, 1982) is kunstenaar en docent en werkt voornamelijk met sculptuur en installatie. Ze behaalde een MA in printmaking en kunst in de openbare ruimte aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel. Tchelidze is geïnteresseerd in de performatieve aspecten van uitwisseling en delen. Ze houdt zich bezig met terugkerende gebaren, verweeft ze in installaties om ruimtelijke beperkingen, noties van collectiviteit en isolement te onderzoeken. Als onderdeel van haar praktijk werkt ze samen met ambachtslieden, wetenschappers en kunstenaars om de grenzen tussen creativiteit en (on)weten te testen. Geïnspireerd door het traditionele Georgische feest (supra) organiseert ze de performatieve tafel “Rubeli” waarbij ze het fenomeen van gastvrijheid en uitwisseling en hun verschillende vormen in relatie tot tijd en sociale conditionering in vraag stelt. Tchelidze woont en werkt in Brussel. Ze heeft tentoongesteld op verschillende locaties, waaronder Art Antwerp als vertegenwoordiging van de FW-B (2022); SB34-Clovis, Brussel (2022); Het Paviljoen, Gent (2021); Morpho, Antwerp Art Weekend (2021); DuflonRacz, Brussel (2019, 2020); Vanderborght Building, Brussel (2019); CENTRALE voor hedendaagse kunst, Brussel (2019); World Trade Center, Brussel (2018).
© 2024 BORDER BUDA – ALL Rights reserved